Bij de pakken neerzitten is een activiteit die ik tijdens mijn huidige stage toch zo min mogelijk tracht te etaleren. Dit zelfs terwijl ik, nu in mijn tweede week, soms op vraagstukken stuit waarbij het lastig is een duidelijk antwoord op de geponeerde vraag te formuleren. Het bij de pakken neerzitten betekent zoveel als het opgeven, stoppen na tegenslag, laten varen, afhaken, of wat uitgebreider geformuleerd het moedeloos raken en daardoor alles maar op zijn beloop laten. Deze uitdrukking en de herkomst ervan zijn het onderwerp van het artikel van vandaag.
Zoals wel meer uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegdes die wij heden ten dage in onze – o zo veelzijdige – taal tegenkomen, heeft ook bij de pakken neerzitten een herkomst in de bijbel. In het boek Genesis, hoofdstuk 49, gaat het over Jacob die zijn zonen toespreekt. Als zesde, in vers 14 en 15, is Jabob’s zoon Issaschar aan de beurt:
“14. Issaschar is een sterk gebeende ezel, nederliggende tussen twee pakken. 15. Toen hij de rust zag, dat zij goed was, en het land, dat het lustig was, zo boog hij zijn schouder om te dragen, en was dienende onder cijns”.
De uitdrukking, zo moge duidelijk zijn, komt voort uit vers 14. Hierbij is van belang dat pakken – zo kunnen we vinden in de herkomstuitleg van onzetaal.nl en de toelichting op het woord in het Woordenboek der Nederlandsche Taal – gelezen dient te worden als een last die aan een mens of dier wordt opgelegd. Vergelijk hiertoe ook bijvoorbeeld de uitdrukking dat is een pak van mijn hart. Vanuit het oorspronkelijke gebruik had bij de pakken neerzitten dus een sterkere focus op het niet verder kunnen vanwege de te dragen zware last en een grote vermoeidheid. Door de jaren heen is de uitdrukking steeds meer verschoven van bij de pakken neerzitten naar niet bij de pakken neerzitten.
Hoewel ik geen ezel ben zal ik proberen niet bij de pakken neer te gaan zitten, me niet te laten vermoeien door alledaagse beslommeringen en voor u elke maandag een artikel online te zetten. Tot volgende week!