DeTaalBlog
Wijze woorden in een wondere wereld van (spreek)woorden uit de Nederlandse taal!

Flikker

 

Flikker. Het woord dat net zoveel betekenissen kan hebben als de gebruiker creativiteit. Iemand op z’n flikker geven; het maakt me geen flikker uit; dat is een vuile flikker; wat zorgt die lamp voor een irritant geflikker; slechts een greep uit de veelheid aan manieren waarop het woord in het dagelijks leven wel wordt gebezigd. Maar waar komt dat woord, dat wordt gebruikt in zovele betekenissen, nu eigenlijk vandaan?

Wanneer flikker wordt gebruikt in de zin van ‘het’ iemand daarop geven, dient flikker gelezen te worden als hoofd, of ander gevoelig deel van het lichaam. Hetgeen dan aan iemand wordt gegeven – wat meestal uit de zin wordt gelaten – moet dan verstaan worden als een klap of een schop. Denk hierbij ook aan het scala aan andere woorden dat in deze zin in de plaats van flikker gebruikt kan worden, zoals kanus, lazer of donder. De herkomst van flikker in deze betekenis is niet duidelijk, maar zelf vind ik het waarschijnlijk dat dit later is ontstaan dan de hieronder verder beschreven betekenis die leidde tot de afgeleide vorm ‘sodeflikker’.

Flikker in de zin van homoseksueel geaard man, wanneer het als negatieve bejegening wel wordt gebruikt in de zinsnede ‘vuile flikker’, heeft een hele andere achtergrond. Hoewel er over de herkomst geen volledige duidelijkheid is, komt in meerdere bronnen naar voren dat een plausibele verklaring voor het woord te vinden is in het Scandinavische woord voor meisje; ‘Flicka’, dat vroeger gebruikt werd als aanduiding voor dame van de lichte zeden. Meisjesachtige mannen – vaak sterke associaties met seksuele voorkeur voor hetzelfde geslacht oproepend – werden zo in wezen, zij het in een andere taal, simpelweg een meisje genoemd. In dezelfde zin zien we in de Nederlandse taal het gebruik van een woord als ‘nicht’ voor de aanduiding van een (mannelijke) homoseksueel. Flikker in deze zin kent sterke verwantschap met het woord ‘mietje’, dat tegenwoordig meer gebruikt wordt als scheldwoord waarmee iemand wordt weggezet als schuchter, bang of zelfs laf. Deze term, die oorspronkelijk ook als scheldwoord voor homoseksueel geaarde mannen had te gelden en waarover meer te lezen is in het artikel daarover, is een afgeleide van ‘sodemieter’. Flikker is vervolgens tevens in gebruik geraakt als ‘sodeflikker’, wat net als ‘sodemieter’ een woord is geworden voor lichaam in brede zin.