Een spreekwoord dat in mijn optiek – en tot mijn grote droefenis – steeds minder wordt gebruikt: dat staat buiten kijf.
Ik denk dat menigeen het spreekwoord van vandaag niet onbekend zal voorkomen. Misschien is er een enkele lezer die zelfs wel met regelmaat de buitenkijfelijke positie van het een of ander in zijn omgeving te berde brengt. De grote vraag is in dit artikel dan ook niet wat dit spreekwoord eigenlijk betekent (dat de meeste lezers de betekenis van dit spreekwoord kennen staat namelijk buiten kijf), de vraag van vandaag is waar dit spreekwoord eigenlijk vandaan komt. Echter, voor die lezers die een korte uitleg over de betekenis als muziek in de oren klinkt: dat staat buiten kijf betekent dat iets volledig duidelijk is.
Voor de vraag wat de oorsprong is van het spreekwoord, is het voornamelijk van belang om het woord kijf te begrijpen. De andere woorden (dat, staat, en buiten) komen in het hedendaagse spraakgebruik nog steeds veelvuldig voor, maar kijf is door de jaren heen blijkbaar in onbruik geraakt.
Kijf is een ander woord voor ruzie; onenigheid; discussie; of, voor deze uitleg misschien het beste: meningsverschil. Kijf komt van het oude Nederlandse werkwoord kijven of kiften. Hoewel deze woorden naar alle waarschijnlijkheid ook weinig belletjes doen rinkelen, is er een ander van deze woorden afgeleid woord dat u mogelijk wat bekender in de oren zal klinken, en dat is kibbelen.
Met “dat staat buiten kijf” zegt u dus in wezen “dat is boven alle twijfel verheven”, of indien u het iets letterlijke neemt “daar hoeven wij niet over te kibbelen”.