Met het oog op het op handen zijnde einde van de zomervakantie – en het daarmee gepaard gaande begin van een nieuw collegejaar – leek het mij toepasselijk een veelvoorkomende staat van bewustzijn waarin (zeker beginnende) studenten zich bevinden als onderwerp voor een nieuw artikel te nemen. Iedereen zal ongetwijfeld weten wat de term ‘aangeschoten zijn’ betekent, menigeen zal het zelfs met enige regelmaat in gesprekken gebruiken, of er zelfs (geruime) ervaring mee hebben. Wat echter de herkomst van het gezegde eigenlijk is, waar de term vandaan komt, wist zelfs ik niet totdat ik het kortgeleden besloot te achterhalen.
Wanneer iemand aangeschoten is betekent dit dat diegene een borreltje opheeft, een beetje teut is, of in studententaal half lam (Leids) of half kaal (Delfts) is. Anders gezegd heeft diegene enkele alcoholische versnaperingen genuttigd en daardoor niet meer ten volle de macht over zichzelf, de spraak en de bewegingen. Voor een andere situatie waarin aangeschoten zijn zorgt voor het verliezen van controle over het lichaam kan worden gekeken naar de jacht. Een kogel kan een dier natuurlijk doden, maar de mogelijkheid bestaat ook dat het dier slechts is ‘aangeschoten’. Het dier is dan geraakt maar slechts zodanig gewond dat het nog wel weg kan rennen, zij het dat dit op een manier is die laat zien dat het dier geen volledige controle meer heeft over lichaam en ledematen. Deze jachtterm is door de jaren heen een synoniem geworden voor het licht onder de invloed zijn van alcoholische drank. Dit mogelijk doordat jagers de stuntelige capriolen van beschonken mensen vonden lijken op de stuiptrekkingen van aangeschoten wild.
De volgende keer dat u een student de kroeg uit ziet komen kunt u dus even kijken of deze enige overeenkomst vertoont met een door een kogel geschampt hert(je) of een in de poot geraakte beer. Mocht dit niet zo zijn is de student mogelijk nog niet aangeschoten, of juist daarvoorbij en daarom al ladderzat te noemen.
In de hoop dat dit artikel enig licht geworpen heeft op de nachtelijk over straat slenterende jeugdigen sluit ik af met de aankondiging dat op deze plaats volgende week een artikel zal worden geplaatst over de oppeppende drank die menig student de volgende ochtend soelaas kan bieden: het kopje koffie, ofwel het ‘bakkie pleur’.
.